Václav Havel ervaarde de communistische maatschappij waarin hij leefde als een post-totalitair systeem.

Hieronder geeft hij (in twee citaten) een perfecte analyse en omschrijving van dit politieke systeem.

‘De laatste negentien jaren in Tsjechoslowakije kunnen als een nagenoeg schoolvoorbeeld dienen van een uitgekristalliseerd of posttotalitair systeem; de revolutionaire ethos en terreur werden vervangen door een stompzinnige onbeweeglijkheid, door een overdreven behoedzaamheid die altijd op zoek is naar een alibi, door een bureaucratische anonimiteit en door een ontzielde stereotype. Zij hebben slechts één doel: altijd maar volmaakter te zijn dan zij al zijn.

Het gezang van de enthousiastelingen en het geschreeuw van de gemartelden is verstomd; het onrecht heeft glacé handschoenen aangetrokken en is van de beruchte folterkamers naar de gecapitonneerde kantoren van de anonieme bureaucraten verhuisd. De president van de republiek kan men hoogstens achter het kogelvrije glas van zijn auto zien, wanneer hij daarin in een politiekonvooi voorbij raast om op het vliegveld kolonel Gadaffi te verwelkomen.
Het posttotalitair systeem steunt op zo’n geraffineerd, complex en machtig manipulatie- instrumentarium, dat het geen moordenaars en vermoorden nodig heeft. Des te minder heeft het behoefte aan bezeten bouwers van utopieën die met hun dromen over een betere toekomst onrust zaaien. De idee ‘reëel socialisme’ dat het systeem voor dit tijdperk voor zich zelf heeft uitgedacht, geeft aan, voor wie er in dit systeem geen plaats is: voor dwepers.’

Václav Havel uit zijn essay:‘Story en Totalitarisme’ (1987)

In bovenstaand citaat analyseert Havel het communistische systeem voor een diepzinnige wijze. Hieronder nog een citaat, met een typisch Haveliaanse doordenking van het communisme.

‘Het diepgaande verschil van ons systeem -wat betreft de aard van de macht- met datgene, wat wij ons traditioneel voorstellen onder het begrip dictatuur, (…) zet mij ertoe aan (…) een of andere specifieke uitdrukking ervoor te kiezen. Als ik het in het vervolg HET POSTTOTALITAIRE systeem zal noemen, dan ben ik me uiteraard volledig van bewust, dat het wellicht niet over het meest juiste begrip gaat; een beter schiet mij echter niet te binnen.’
(….)
‘Door zijn eisen blijft het posttotalitaire systeem de mens raken bij bijna iedere stap. Het raakt hem uiteraard met de handschoen van de ideologie. Daarom is het leven in dit systeem dóór en dóór doorgroeid met een weefsel van huichelarij en leugen; de heerschappij van de bureaucratie wordt de regering van het volk genoemd; in naam van de arbeidersklasse wordt de arbeidersklasse tot slavernij gebracht; de alzijdige vernedering van de mens wordt voor zijn definitieve bevrijding uitgegeven; de afscherming van informatie wordt de toegankelijkheidsmaking ervan genoemd; de machtsmanipulatie de publieke controle van de macht en de machtswillekeur de handhaving van de rechtsorde; de onderdrukking van de cultuur haar ontplooiing; de expansie van haar keizerlijke invloed wordt uitgegeven voor steun aan de onderdrukten; de onvrijheid van meningsuiting voor de hoogste vorm van vrijheid; de verkiezingsfarce voor de hoogste vorm van democratie; het verbod van de onafhankelijke denkwijze voor de meest wetenschappelijke wereldbeschouwing; de bezetting voor broederhulp. De macht is in de ban van haar eigen leugens, daarom moet zij vervalsen. Zij vervalst het verleden, zij vervalst het heden en zij vervalst de toekomst. Zij vervalst de statistische gegevens. Zij veinst dat zij niet over een almachtig en tot alles in staat zijnde politieapparaat beschikt. Zij veinst de mensenrechten te respecteren. Zij veinst niemand te vervolgen. Zij veinst dat ze niet bang is. Zij veinst dat ze niets veinst.

De mens behoeft al deze mystificaties niet te geloven. Hij moet zich echter zo gedragen alsòf hij ze gelooft, ofwel hij moet ze tenminste zwijgend tolereren, of wel moet hij op z’n minst op goede voet staan met diegenen die ermee opereren.

Alleen al daarom echter moet hij LEVEN IN DE LEUGEN.

Hij behoeft de leugen niet te aanvaarden. Het is voldoende dat hij het leven ermee in het leven erin heeft aanvaard. Alleen al daarmee namelijk bevestigt hij het systeem, vult hij het, maakt hij het, IS HIJ HET SYSTEEM.’

Václav Havel in ‘Moc bezmocných’ (Macht der machtelozen). Index Keulen 1980 pag. 13 en 17-18. 

Meer van Václav Havel op deze website: Václav Havel en de vredesbewegingen.
Meer over de relatie tussen Václav Havel, dissidenten en vredesbewegingen, zie op deze website: Dissidenten en vredessjoemelaars