Het lijkt erop dat de voorloper van Pax, het IKV, tijdens de Koude Oorlog een goede verhouding had met dissidenten uit het Sovjet blok. Het IKV wil het graag doen geloven, maar was dit wel echt zo?

Bij Wikipedia, een populaire zoek-site, is onder de zoekterm IKV het volgende te lezen: “De staatsgreep van Wojciech Jaruzelski op 13 december 1981 in Polen – om Solidarnosc te onderwerpen, uit angst dat anders de Russen dat zouden komen doen – had het vraagstuk van de communistische dictaturen in Oost-Europa al voorop de agenda van het IKV geplaatst. Tijdens zijn toespraak op het Museumplein in 1981, vlak voor de staatsgreep in Polen, had Faber met veel oratorisch effect voor de demonstranten de noodzaak van een verbinding geschetst tussen dissidenten in Oost-Europa en de vredesbeweging in West-Europa: Hun politiek is onze politiek!”

Václav Havel in maart 2007 tijdens de viering van de dertigjarige verjaardag van Charta ’77                Foto SGTRS.

Toch blijkt een van de bekendste dissidenten, Václav Havel, er heel anders over te denken. Aan de END-conventie die in 1985 in Amsterdam gehouden zou worden, schreef hij een lange brief, meer een essay, die hij de volgende titel meegaf: ‘De anatomie van één terughoudendheid’. Blijkens de titel gaat Havel er in deze brief van uit dat er twee ‘terughoudendheden’ zijn: één van de vredesactivisten ten opzichte van de dissidenten, en één van de dissidenten ten opzichte van de vredesactivisten. Hieronder een citaat uit Havel’s brief, over de terughoudendheid van de dissidenten ten opzichte van de vredesactivisten.

“Het lijkt erop dat steeds meer westerse vredesorganisaties zich (…) wenden (…) tot de zogenaamde dissidenten. Wij [dissidenten] worden uitgenodigd voor vredescongressen (dat wij er niet aan kunnen deelnemen [omdat wij geen uitreisvisum krijgen] is een andere zaak). Vertegenwoordigers van verscheidene vredesgroepen bezoeken ons. Wij worden [door hen] aangespoord voor dialoog en samenwerking. Dit betekent natuurlijk nog niet dat een dergelijke houding in de westerse vredesbeweging algemeen en spontaan is.

Eerder is het tegendeel het geval: er overheerst klaarblijkelijk – voor zover het gaat om de verhouding tot de Oost–Europese dissidenten – een zekere terughoudendheid, voorzichtigheid en misschien zelfs een regelrecht wantrouwen en onwil. (…) Bovendien presenteren de Oost–Europese dissidenten zich aan de westerse strijders voor de vrede hoogstwaarschijnlijk als:

•  Mensen die ondergedompeld zijn in hun plaatselijke zorgen. Die op een overdreven manier de mensenrechten benadrukken (alsof het overleven van de mens niet belangrijker zou zijn dan de mensenrechten!).  [En die] op verdachte wijze bevooroordeeld zijn betreffende de socialistische realiteiten, misschien zelfs regelrecht betreffende de socialistische idealen,

•  Mensen die de westerse democratieën nauwelijks kritiseren en mogelijk er uiteindelijk mee sympathiseren – heimelijk – mét die gehate westelijke wapens.

Kortom: presenteren de Oost–Europese dissidenten zich als een of andere oostelijke residentie van de westerse establishmenten.”

-0-0-0-0-0-

Bedenk nu dat Havel zijn brief schreef ter gelegenheid van een conventie (de END-conventie), waarvan het IKV de gastheer was. Havel maakte met andere woorden geen uitzondering voor het IKV. De mythe dat het IKV de (enige) vredesbeweging was die het wel voor de dissidenten zou opnemen (na december 1981 volgens het hierboven geciteerde uit Wikipedia) werd door Havel kennelijk niet geslikt, of was als Oost-Europees dissident niet tot hem gekomen.
Natuurlijk kon het IKV geen uitzonderingspositie claimen. Het END was een vrucht van het END-Appel, dat op 28 april 1980 werd gelanceerd in (onder meer) Londen. Het END droeg al bijna twee jaar de boodschap uit dat het nodig was om ook met dissidenten uit het Oostblok samen te werken, toen het IKV in december 1981 tot de ontdekking kwam om dit te willen gaan doen.
Het IKV heeft zich verder ongeloofwaardig gemaakt, doordat het nimmer het END-Appel heeft ondertekend, maar wel een bestuurlijke functie ging vervullen bij de END-Conventies, in het zogenoemde Liaison Committee.

De brief van Havel is in zijn geheel gepubliceerd in: ‘Naar alle windstreken’, pagina 107 e.v.
Meer van Václav Havel op deze website: Václav Havel en het (post)-totalitarisme.
Meer over de relatie tussen Václav Havel, dissidenten en vredesbewegingen, zie op deze website: Dissidenten en vredessjoemelaars.