De bizarre akte van het absurdistisch theater (1955-1962) rond het standbeeld van Stalin.

De communisten wilden Stalin in Praag vereren met een monument. Al in 1945 hadden zij er ideeën over. Toen Stalin 70 jaar was geworden (1948), waren er al diverse steden die hem met een standbeeld vereerden. De communisten besloten om een groot standbeeld in Praag neer te zetten op het Letná. Een plaats die uitzicht bood over geheel Praag, dus overal vanuit Praag zichtbaar. Op deze mooie plek moest het wel een groot standbeeld worden. Besloten werd tot een standbeeld met een hoogte van 30 meter. Het monument was maar liefst 15,5 meter hoog en 22 meter lang en woog 17 miljoen kilo. Alleen al de knoop van de jas van Stalin, inclusief hamer en sikkel had een diameter van een halve meter.

In de eerste helft van de jaren vijftig werd het standbeeld gemaakt door de beeldhouwer Sverč. Hij pleegde zelfmoord drie weken voordat het op 1 mei 1955 werd onthuld. Stalin was toen al twee jaar dood. Ook president Gottwald overleed een week na de begrafenis van Stalin. Voor de Tsjecho–Slowaken een bijzondere gebeurtenis: steeds waren hun gezichten gezamenlijk te zien op de propaganda-billboards die overal in het land waren opgesteld. Maar het kon nog gekker.

Ruim een half jaar na de plaatsing van het standbeeld onthulde Nikita Chroesjtsjov, de opvolger van Stalin, in zijn geheime rede de misdaden van Stalin. Het grote standbeeld van Stalin, te zien vanuit elke plaats in Praag, was zodoende absurd geworden. Toch duurde het tot 1962 voordat de communisten de moed hadden het standbeeld neer te halen. Om de deconfiture van het standbeeld te voorkomen, is het de communisten gelukt dit in een nacht met behulp van de nodige explosieven te doen. Een van de weinige keren dat de communisten een technisch hoogstandje lieten zien, zo grapte men in Praag.