Sovjet-heerser Josef Stalin was kort na de Duitse aanval van 22 juni 1941 zo overrompeld en uit het veld geslagen dat hij bereid was om Oekraïne, de Baltische gebieden, Bessarabië, Boekovina en een deel van Russisch Karelië op te geven in ruil voor vrede en de garantie dat hij de rest van de Sovjet-Unie mocht houden.
Dit maakt de Russische historicus Nikita Petrov duidelijk aan de hand van recent door hem ontdekte archiefstukken. De krant Novaja Gazeta publiceerde er over. Een engelstalige samenvatting is te vinden bij Euromaidanpress.
Het voorstel van land voor vrede werd via Lavrenti Beria en Pavel Soedoplatov onder de aandacht gebracht van de Bulgaarse ambassadeur in Moskou, Ivan Stamenov. Van hem was bekend dat hij goede contacten onderhield met de Duitsers. De Russen gingen er vanuit dat het voorstel via hem bij Hitler onder de aandacht zou worden gebracht. Er was geen direct contact meer tussen Moskou en Berlijn. Bovendien wilde Stalin het voorstel wel zo geheim mogelijk houden en moest het gebracht worden als een gedachte waar Stalin wil voor te porren zou zijn.
Hitler heeft niet richting Moskou gereageerd op het plan. Als zijn troepen eenmaal de lijn Archangelsk-Kirov-Arstrachan hadden bereikt, zouden ze vanzelf wel stoppen, zo redeneerde hij. Azië hoefde hij niet.
Toen de oorlog geleidelijk aan een andere wending kreeg, verdween het voorstel van Stalin in een diepe la en beseften degenen die ervan wisten (naast Beria en Soedoplatov ook Vjatsjeslav Molotov) dat ze kennis van een gevaarlijk geheim met zich meedroegen. Begin jaren ’50 leek het erop dat Stalin hen alledrie uit de weg zou ruimen. Hij gaf minister voor staatsveiligheid Viktor Abakoemov opdracht om Soedoplatov te arresteren. Toen Abakoemov dat met Beria (zijn chef) besprak, ontraadde de laatste hem die opdracht uit te voeren en stelde hij voor om eerst nadere opheldering te vragen van Stalin. Beria besefte dat hij wellicht als volgende aan de beurt was. De dood van Stalin in 1953 voorkwam een nieuwe zuivering. Vanaf de tweede helft van het jaar werden Soedoplatov en Beria door een speciale commissie ondervraagd over het ‘land-voor vrede-plan’. Het was toch uitgelekt en nu moesten beide NKVD-ers zich verantwoorden. Want, was het geen hoogverraad? Soedoplatov redde zijn huid met het argument dat hij slechts de boodschapper was, en Stalin was al dood. Beria werd evengoed terechtgesteld en Molotov was op een zijspoor beland.
De ontdekking van Petrov is pijnlijk nieuws voor de fans van Stalin. Zijn imago als onverschrokken tegenpool van de fascisten en als redder des vaderlands loopt een nieuwe deuk op.
Voor de voorstanders van een groot en machtig Rusland en voor het regime van Vladimir Poetin is het ook pijnlijk. Het maakt hun aanspraken op verloren gebied in de voormalige Sovjet Unie steeds minder geloofwaardig.
De tekst van het artikel in Novaja Gazeta is hier ook in PDF beschikbaar.