Op 11 november 2024 schreef de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking mevrouw Reinette Klever aan de Tweede Kamer een brief, waarin zij der contouren uiteenzette waar zij op ontwikkelingshulp zou gaan bezuinigen. Deze brief heeft vele negatieve reacties gehad. De teneur van deze reacties was, dat door het bezuinigen op ontwikkelingshulp de allerarmsten worden getroffen. Echter, als we de brief goed lezen dan blijkt dit niet het geval te zijn. De minister wil kappen in de zogenaamde lobbysubsidies. En wij vinden dit een goede zaak. Wij hebben op de brief minister Klever op 28 februari 2025 als volgt gereageerd.

 

Geachte minister Klever,

Met veel belangstelling en instemming hebben wij kennisgenomen van bovengenoemde brief. Hoewel wij in het kader ‘Samenspraak en Tegenspraak’ of ‘Power of Voices’ nooit subsidie hebben aangevraagd en ook niet van plan zijn dit te gaan doen, heeft dit onderwerp toch onze belangstelling.

 

Financiële draagvlakcriterium

Uw voorstel om het draagvlagcriterium aan te scherpen (pagina 8) juichen wij toe. Het draagvlakcriterium is nu dat er sprake moet zijn van minimaal 25% van eigen inkomsten voor een vijfjarig project van Power of Voices. Dit percentage wilt u verhogen naar 50%. Dit betekent dus dat de gesubsidieerde NGO’s ervoor moeten zorgen dat er relatief meer geld van donateurs moet komen.

Toch zal de verhoging naar 50% mogelijk weinig effect sorteren. Want de Nationale Postcode Loterij is vaak de grootste donateur. Gezien de politieke voorkeur van deze organisatie (opgericht door de heer Boudewijn Poelmann, oud-directeur van Oxam Novib), mag het geen verrassing zijn dat wanneer een NGO haar subsidie dreigt te gaan missen omdat niet aan het draagvlakcriterium wordt voldaan, de Postcode Loterij haar donatie aan die NGO zal verhogen. Wij hebben een sterke aanwijzing gevonden dat dit is gebeurd bij de vredesorganisatie Pax. Zie bijlage 1, pag. 267-268.

Het is dus een slecht idee om donaties van de Nationale Postcode Loterij als ‘eigen inkomsten’ te blijven kwalificeren.

Power of Voices

In uw brief beschrijft u (pag. 2) in ‘Het beleid door de jaren heen’ hoe de structuur van Power of Voices is ontstaan. Eén aspect beschrijft u niet. De toenmalige minister Lilian Ploumen schrijft in haar Kamerbrief van 30 januari 2015 dat de subsidiemaatregel ‘Samenspraak & Tegenspraak’ een onderdeel was van beleidsvernieuwing. Die hield in dat er subsidies werden verstrekt aan lobbyen ten koste van concrete ontwikkelingshulp.

Positief van die brief is, dat de toenmalige minister de verstrekte subsidiebedragen bekend maakte (zie www.sgtrs.nl/st). Dit in tegenstelling tot haar opvolger. Die was (in 2020) weinig mededeelzaam over de subsidiebeddragen in het kader van ‘Power of Voices’. Hier het relaas.

Minister Kaag liet pas op 2 juni 2020 weten welke twintig allianties subsidie zouden krijgen. Zij noemde geen bedragen. Eind juli 2020 hebben wij meerdere keren aan haar ministerie gevraagd hoe hoog de subsidies van Power of Voices zijn die de 20 allianties zouden ontvangen. Ook na aandringen, kregen wij nul op rekest. Op 5 augustus 2020 zijn wij een WOB-procedure gestart om informatie af te dwingen over de hoogte van de subsidiebedragen. Pas op 27 augustus ontvingen wij een lijst met twintig allianties, met ernaast de ‘plafondbedragen’, totaal ongeveer 1,2 miljard euro. En op 15 oktober publiceerde het ministerie de definitieve lijst met bedragen die overeenkwamen met de ‘plafondbedragen’. Nadat wij de overzichten van de bedragen hadden ontvangen, hebben wij deze op onze website gezet, en wat blijkt? Het is een van de meest bezochte pagina van onze website.

In dit verband noemen we nog de hulporganisatie ZOA. Zij is een hulporganisatie met een groot draagvlak. De tijd voorafgaand aan het subsidieprogramma ‘Samenspraak en Tegenspraak’ ontving ZOA subsidies uit het Medefinancieringsstelsel voor concrete projecten. ZOA had ook een aanvraag ingediend voor een subsidie van ‘Samenspraak en Tegenspraak’. Deze werd afgewezen. ZOA informeerde ons dat hun dat niet deerde, omdat ZOA geen lobby-organisatie wilde zijn (zie bijlage 1 pag. 264). ZOA is intussen toch subsidiënt geworden van Power of Voices. Daarvan zijn de voorwaarden niet gewijzigd. Kennelijk is de organisatie door de pomp gegaan. Gebogen voor politieke bijsturing. Hulporganisatie Woord & Daad is dezelfde weg ingeslagen. Subsidies voor lobbyen smaken kennelijk naar meer, en gaan ten koste van concrete hulp.

Tenslotte noemen we de actuele discussie over de wet ‘Transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties’. Dit betreft inmenging van buitenlandse organisaties in ons land. Moet de subsidiemaatregel Power of Voices geen aanleiding geven om de hand in eigen boezem steken? Zie Vrij Nederland 9 januari 2016 ‘NGO’s onder vuur’ geciteerd in Samenspraak en Tegenspraak.

Subsidiënt vredesorganisatie Pax 

We zoomen in bij de NGO Pax en staan stil bij een gebeurtenis.

Begin maart 2014 werd bekend dat Vredesorganisatie Pax van het ministerie van Buitenlandse Zaken de opdracht had gekregen om in Srebrenica het voormalig hoofdkwartier van Dutchbat in Potočari (Srebrenica – Bosnië) in te richten als museum. Daarbij heeft Pax het Herinneringscentrum Kamp Westerbork gevraagd mee te helpen de inrichting tot stand te brengen. Het museum werd geopend op 1 februari 2017. De totale kosten bedroegen ruim 1,6 miljoen euro. Over het inrichten van dit museum heeft Kay Mastenbroek een documentaire gemaakt met de veelbetekenende naam ‘De strijd om het Srebrenica museum’.

De halve waarheid over Srebrenica.

De historica Monique Brinks was aangedragen door Kamp Westerbork voor de inrichting van het museum. Ook aan enkele Dutchbatters werd gevraagd deel te nemen aan het overleg. (Zie website Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Faro in de praktijk – Srebrenica Museum). Echter, de Srebrenica-overlevenden die in Nederland een veilig heenkomen hadden gevonden en hun pleitbezorgers verenigd in het Comité Stari Most (die hen met grote inspanningen hen een verblijfsvergunning hadden bezorgd), werden over de oprichting van het museum en over de inrichting daarvan in onwetendheid gehouden. Monique Brinks heeft geen contact met hen gehad.

De documentaire toont aan, dat Brinks op zoek was naar authenticiteit. En die was er bij de Dutchbatters en bij de moeders van Srebrenica. Echter, de moeders eisten harde teksten over het falen van de Dutchbatters en van de Nederlandse regering, die voor de makers van het museum niet acceptabel waren. Het gevolg was, eindeloos vergaderen en onenigheid, waarbij de intermediair Hasan Nuhanovic, bekend als ‘de tolk van Srebrenica’, het heel moeilijk had. De documentaire van Kay Mastenbroek geeft deze gang van zaken goed weer. Het resultaat was er dan ook naar: een museum waar de halve waarheid wordt verteld. Mission failed.

Dit had natuurlijk gemakkelijk voorkomen kunnen worden. Wij memoreren dat elk jaar op 11 juli, de dag van de val van de enclave Srebrenica, een herdenking werd (en wordt) gehouden in Den Haag. In aanwezigheid Bosniërs en Nederlanders. Georganiseerd zonder een cent subsidie. Als zo’n herdenking bij de inrichting van het museum ook getoond zou zijn geworden, zouden de moeders dit fantastisch gevonden hebben. Een authentieke manifestatie van hun leed, ook in Nederland!

De hele waarheid over Pax

De oorzaak dat bij het inrichten van het museum hieraan voorbijgegaan is, moet gezocht worden bij Pax. Deze heeft gesteld: ‘We vonden dat we de groep die [met de inrichting] bezig was zo klein en overzichtelijk mogelijk moesten houden. Staf en bestuur van het PMC [Potočari Memorial Centre] zijn allemaal overlevenden. (…) we hebben geen formele momenten van consultatie georganiseerd met overlevenden in Nederland.’

(‘Srebrenica & Pax, 1995 – 2020’ pag. 122; zie ook het Postscriptum in: Observaties bij het jubileumboek Srebrenica-pax-1995-2020/

De echte waarheid is, dat Pax die contacten niet wilde, want waren die er wel geweest, dan zou aan het licht gekomen zijn dat Pax helemaal niet vanaf 1995 solidair was met de Srebrenica-zaak. Het waren de mensen van Stari Most die met de herdenkingen in 1996 zijn begonnen, en dat Pax zich pas in 2000, na eerst bedankt te hebben, aansloot bij het Herdenkingscomité. En dat de samenwerking met Pax in het comité bij voortduring onder druk stond.

De geheime deal.

En toen bekend werd dat Pax al een geruime tijd bezig was met de voorbereidingen van het inrichten van het museum, en nadere informatie afgedwongen na een WOB-procedure geopenbaard werd, barstte de bom, met als gevolg dat Pax het herdenkingscomité verliet. De brokstukken? Een museum dat de halve waarheid vertelt, de mensen rond Stari Most verdeeld raakten waardoor Stari Most als vereniging zichzelf ophief en nabestaanden in Nederland zich voor de zoveelste keer zich onbegrepen en genegeerd wisten.

Hoe een en ander zich heeft afgespeeld, heeft Jehanne van Woerkom beschreven in de brochure ‘De geheime deal’. Zie bijlage 2.

In juni 2020, dus bijna twee jaar later, publiceerde Pax het boek Srebrenica & Pax, 1995 – 2020. Een geschiedenis van 25 jaar solidariteit.’ Dit boek is één loftuiting op wat Pax gedaan heeft voor de Bosniërs in Nederland en Srebrenica. Slechts twee pagina’s zijn gewijd aan ‘De geheime deal’, waarin de kritiek van Van Woerkom wordt geneutraliseerd. Pax bleek niet in staat om een één-op-één gesprek te voeren over wat hetgeen Pax verweten werd. Kennelijk staan de begrippen ‘samenspraak’ en ‘tegenspraak’ niet in het woordenboek van Pax als het Pax zelf betreft. (De recensie van het boek ‘Srebrenica & Pax, 1995 – 2020’ van Jehanne van Woerkom ).

Deze gebeurtenis toont aan, dat lobby-subsidies tot ongewenste effecten kunnen resulteren. Daarbij beseffen wij dat de subsidie voor het museum geen direct onderdeel is van de subsidie ‘Samenspraak en Tegenspraak’. Toch heeft in dit project deze subsidie een rol gespeeld. Meer informatie zie bijlage 2 (pagina 23 van ‘De geheime deal’).

Tenslotte

Wat Pax betreft, niet alleen het gebeuren rond Srebrenica-museum, maar ook andere gebeurtenissen (zie hun ‘samenwerking’ met Oost-Europese dissidenten tijdens de Koude Oorlog, bijlage 3 boek “Over ‘Over de Muur’”), hebben ons doen overtuigen dat de vredesorganisatie Pax helemaal niet in aanmerking kan komen voor welke subsidie dan ook.

In uw brief noemt u op pag. 2 de vier partnerschapsinstrumenten. Wij zijn ons bewust dat we slechts één, namelijk de Power of Voices partnerschappen, besproken hebben. Over de andere drie hebben wij

weinig informatie, maar het zou ons niet verbazen dat hier hetzelfde speelt als bij subsidieprogramma Power of Voices partnerschappen.

Gezien de ongenuanceerde media-ophef die er is geweest nadat uw brief in de publiciteit is gekomen, waarbij steeds wordt gesteld dat u wil korten op ‘ontwikkelingshulp’, leek het ons juist u te informeren hoe wij als niet-gesubsidieerde NGO tegen deze materie aankijken.