Wat het is om in de schaduw van een dictatuur te leven, bleek maar weer eens op een conferentie in Kiev van het Platform of European Memory and Conscience (PEMC) en het Oekraïense Institute of National Remembrance. Het was eind november 2016.
Ook de SGTRS nam deel. De eerste spreker, Mustafa Dzjemiljev, voorzitter van de Mejlis (nationale vergadering) van Krim-Tataren was er niet. Juist die dag zou zijn zoon worden vrijgelaten uit een gevangenis in het Russische Astrachan.
Problemen met de machthebbers in het Kremlin zijn aan de orde van de dag in Oekraïne. Vooral in het oosten van het land, maar vanwege de door de Russen geannexeerde Krim. Dagelijks zijn er militaire provocaties, waarbij ook de missie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) machteloos moet toekijken.
Ook in het al weer 25 jaar onafhankelijke Oekraïne zelf (het vrije deel) zijn de littekens van de Sovjetoverheersing nog dagelijks voelbaar. Neem de grote macht die de oligarchen (geprivatiseerde oud-communisten) uitoefenen in het land, het nog maar ten dele hervormde juridische apparaat en de worsteling met de eigen geschiedenis. Oekraïne heeft dappere stappen gezet om het hele verhaal te vertellen over de eigen geschiedenis in de voorbije 100 jaar, vertelden medewerkers van het Institute of National Remembrance. Dus: over het Sovjet-bewind, het nationalistische verzet ertegen, over de ‘Holodomor’ (door Moskou gecreëerde hongersnood) begin jaren dertig van de vorige eeuw, over de nazi-overheersing, de omgang met Joden en andere onderdrukte groepen. Ook zijn vrijwel alle archieven opengesteld. En de bevolking wil de verworven vrijheden verankeren.
Los komen van het communistische verleden is echter een zaak van lange adem, zo vertelden ook andere deelnemers aan de conferentie, deelnemers uit de Baltische landen, Polen, Hongarije, Bulgarije.
Indrukwekkend was de de film ‘ Children of the Dictatorship’, waarvan een voorvertoning werd gegeven. Het is een documentaire over burgers die in het Albanië van Enver Hoxha tot ‘ vijanden van het volk’ waren verklaard, en die hun hele leven in kampen moesten doorbrengen. De tweede generatie groeide zelfs op in kampen zonder ooit het leven daarbuiten te hebben gekend.
Onvrijheid lijkt veraf in West-Europa, maar was en is dichterbij dan vaak wordt gedacht. Vrijheid moet dagelijks worden bevochten.