Power of Voices versus Power of Powerless

Minister Sigrid Kaag wil het maatschappelijk middenveld versterken door aan een beperkt aantal nauwkeurig geselecteerde twintig NGO’s de status te geven van ‘strategische partner’ en ze zodoende gedurende vijf jaar (2021-2025) een jaarlijkse subsidie van miljoenen euro’s toekennen. Dit onder de naam ‘Power of Voices’. Zij zet hiermee het beleid voort dat vijf jaar geleden door minister Lilian Ploumen is ingezet onder de naam ‘Samenspraak & Tegenspraak’ (2015-2020).

Sigrid Kaag beoogt om deze NGO’s krachtig te laten worden opdat hun stemmen luid zullen klinken in de verwachting dat hun boodschap bij ondemocratische regimes overkomt en een regime change zal plaatsvinden. De vraag is, of Kaag haar doel hiermee zal bereiken.

 

Václav Havel

Deze graffiti afbeelding in Praag (eiland Kampa) in 2012, een jaar na zijn overlijden.

Václav Havel was tijdens de Koude Oorlog een Tsjechoslowaakse dissident die heel andere ideeën had over het brengen van de democratische boodschap bij de (zacht uitgedrukt) ondemocratische autoriteiten van zijn land. Hij proclameerde persoonlijke moed. Hij verwoordde het als volgt:

De stem van één (gewetensvol) persoon kan een duidelijker appel uitbrengen dan hele brigades betaalde propagandisten.[i]

Power of the Powerless was zijn devies. Daarbij was Havel geen solist, en geloofde hij ook in teamwork. Vandaar dat hij ‘zijn stem’ ook in groepsverband liet horen – maar dan van onderop. Zo was hij een van de oprichters van de mensenrechtenbeweging Charta 77.

Na de fluwelen revolutie in 1989 toen Tsjechoslowakije het communisme van zich had afgeschud en hij president was geworden, was hij een warm voorstander van een krachtig maatschappelijk middenveld. Maar dan een maatschappelijk middenveld van geëngageerde mensen, dus niet van functionarissen. Toen Tsjechoslowakije een vrij land geworden was, vormden enthousiaste vredesactivisten en strijders voor mensenrechten de Helsinki Citizens’ Assembly. Dit was een beweging ‘van onder af’ weliswaar financieel gesteund door enkele private organisaties, zoals de Rockefeller Foundation. Havel stond sympathiek tegenover dit initiatief, vandaar dat hij een openingstoespraak heeft gehouden toen het Helsinki Citizens’ Assembly in oktober 1990 in Praag werd opgericht. Het was voor hem vanzelfsprekend dat zo’n NGO een civil society was, en dat die nooit door een overheid grootschalig gesubsidieerd zou mogen worden. Want dit zou natuurlijk in tegenspraak zijn met alles wat hij eerder als dissident heeft gesteld.

 

Sigrid Kaag

Sigrid Kaag denkt hier heel anders over, gezien het feit dat zij slechts enkele zorgvuldig uitgekozen NGO’s met miljoenen euro’s zal (continueren met) subsidiëren. Daarbij stelt zij weliswaar de eis, dat er sprake moet zijn van een tweede geldstroom. Gezien de grootte van de subsidiebedragen, kunnen particulieren die tweede geldstroom van 25% niet leveren. Het is een te groot bedrag geworden. Daarom springt de Nationale Postcode Loterij financieel bij met miljoenen euro’s. De minister erkent deze geldstroom als ‘van het maatschappelijk middenveld’. Zodoende worden de subsidies gewaarborgd, met als gevolg dat donaties van particulieren er niet echt meer toe doen. Het is nagenoeg een pro-forma eis geworden. (Zie cartoon: de witte bovenkant van het beige bedrag van € 5 miljoen dat Oxfam Novib kreeg -en tenminste zou moeten krijgen- van de Postcode Loterij. Het toont hoe marginaal deze ‘witte’ geldstroom is ten opzichte van het totaal van alle geldstromen. Oxfam Novib is weliswaar een NGO, maar geen civil society.)

Gebleken is, dat deze gesubsidieerde NGO’s ook nog eens zorgen voor ‘concurrentievervalsing’, omdat ze het leven van de echte civil societies (niet-gesubsidieerde NGO’s) moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Dit deed zich onder meer voor toen de vredesorganisatie Pax zich manifesteerde bij de Srebrenica Genocide herdenkingen en alle overige initiatieven doodsloeg, met als gevolg dat de NGO Stari Most ter ziele ging.

Ergo, de subsidiemaatregel ‘Power of Voices’ zal afbreuk doen aan het maatschappelijk middenveld in ons land. Waarom dan toch maar niet beter geluisterd naar Václav Havel?

-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-

 

[i] Zo schreef hij in zijn essay ‘Politiek en Geweten’ (‘Naar alle windstreken’ pag. 100) het volgende:

Het blijkt dat waarheid en moraal een nieuw uitgangspunt voor de politiek kunnen vormen en, zelfs vandaag de dag, een onbetwistbare politieke macht kunnen vertegenwoordigen. De waarschuwende stem van één enkele moedige wetenschapper die ergens in een provincie omsingeld en geterroriseerd wordt door een opgehitste omgeving, zal in alle continenten te horen zijn en kan duidelijker een appel uitbrengen op het geweten van de machtigsten van deze wereld dan hele brigades bezoldigde propagandisten (sic) een appel op henzelf kunnen doen.

 Het blijkt dat de sterk persoonlijke categorieën goed en kwaad nog steeds hun ondubbelzinnige betekenis hebben behouden en, onder bepaalde omstandigheden, in staat zijn een schijnbaar onwrikbare macht met haar hele leger van soldaten, politieagenten en bureaucraten, op haar grondvesten te doen wankelen.

 Het blijkt dat de politiek absoluut niet alleen maar een zaak van professionals hoeft te blijven en dat een eenvoudige elektricien die zijn hart op de juiste plaats heeft, die eerbied heeft voor iets dat hem te oven gaat en niet bang is, de geschiedenis van zijn volk kan beïnvloeden.

 Ja, een ‘anti-politieke politiek’ is mogelijk. Een politiek ‘van onderaf’. Een politiek van mensen, niet van het apparaat. Een politiek die uit het hart voorkomt, niet uit een these. Het is niet toevallig dat deze hoopvolle ervaring juist hier opgedaan moet worden, op dit sombere rif. Onder de ‘heerschappij van alledag’ moeten wij helemaal tot het diepste gaan om de sterren te kunnen zien.

 In andere bewoordingen stelde hij dit ook in zijn ‘Dankrede van de Erasmusprijs’ die ‘bij verstek’ in Rotterdam in 1986 in de Laurenskerk aan hem werd uitgereikt. Hij kon de prijs niet persoonlijk in ontvangst nemen omdat hij het land niet uit mocht. Hier een citaat uit zijn dankrede (‘Naar alle windstreken’ pag. 139):

Erasmus schreef een opmerkelijk boek: De lof der zotheid. Het zal u wel duidelijk zijn dat ik hier in de allereerste plaats pleit voor zotheid. Zotheid in de positieve zin van het woord. Laten we proberen de moed op te brengen voor die zotheid en in alle ernst verandering eisen van het schijnbaar onveranderlijke! Trouwens, bekroont u hier vandaag eigenlijk niet een zot? En via hem tientallen en honderden andere zotten die door hun eenzame roep om verandering van het onveranderlijke bereid zijn jarenlange gevangenschap te riskeren en – tamelijk zot – tegenover de gigantische macht van de staatsbureaucratie en politie de onbeduidende macht te stellen van hun schrijfmachine?

Poëtisch beschreef hij dit in zijn legendarische essay ‘Power of the Powerless’ (‘Macht der Machtelozen’, in het Nederlands uitgegeven onder de titel ‘Poging om in de waarheid te leven’ pag. 58) als volgt:

Het onafhankelijke leven zeilt op de eindeloze oceaan van het gemanipuleerde leven als kleine bootjes, heen en weer geslingerd door de golven, maar telkens weer opduikend als zichtbare boodschappers van het leven in waarheid die de doelstellingen van de onderdrukkers van het leven aan het licht brengen.