Het Platform of European Memory and Conscience heeft het lidmaatschap opgeschort van een van haar ‘founding fathers’, het Tsjechische USTR.
Aanleiding is het feit dat, door de politieke veranderingen in Tsjechië, vorig jaar mensen zijn benoemd in de directie en een belangrijke adviesraad, waarvan het sterke vermoeden bestaat dat zij geen ‘schone handen hebben.’ Het Platform heeft het USTR vorig jaar bij herhaling opheldering gevraagd over het de achtergronden en activiteiten van zowel directeur Pavla Foglova als van 5 leden van de wetenschappelijke raad. Mevrouw Foglova wordt achtervolgd door berichten over betrokkenheid bij witwaspraktijken in de periode 1994-2000, de 5 nieuw benoemde leden van de wetenschappelijke raad zijn, zo blijkt, actief geweest in de vroegere communistische partij van Tsjechië. Het USTR wil niet op vragen hieromtrent reageren en stelt dat vragen naar de achtergrond van deze mensen een privé-kwestie betreffen.
Het Platform neemt hier geen genoegen mee. In haar statuut staat duidelijk omschreven dat alleen die organisaties lid kunnen zijn die geen (betaalde) banden hebben gehad met de vroegere communistische organisaties. Dit geldt ook voor de personen die werken bij deze organisaties. Het USTR heeft daar bij de oprichting van het Platform ook voor getekend. Medewerkers hebben zelf geholpen de statuten op dit punt zo duidelijk mogelijk te maken. In Tsjechië waait echter een andere politieke wind. Toch schorst het Platform de USTR nog niet als lid. De hoop is dat alsnog een verandering wordt teweeg gebracht. In het voorjaar wordt een nieuwe directeur benoemd, en het Platform hoopt dan op herstel. Vandaar dat het Platform de deur nog op een kier heeft gezet.
De stap is onder meer bekend gemaakt in een open brief aan de directie van de USTR.
Het kan verkeren. Het Praagse Instituut ter bestudering van Totalitaire Regimes (USTR) was de bakermat van het Platform. Nu is het Instituut geschorst als lid.
Hier het persbericht.
Zie ook het bericht over Comdos