Janez Janša hield deze toespraak op 14 november 2018 in Ljubljana in het parlementsgebouw van de Republiek Slovenië, naar aanleiding van de uitreiking van de jaarlijkse prijs van het Platform Europese Nagedachtenis en Europees Geweten aan Oleg Sentsov, tijdens de internationale conferentie ‘De donkere kant van de maan: omgaan met het totalitaire verleden – confrontaties en reflecties’. Deze prijs van het Platform wordt jaarlijks uitgereikt aan een persoon / personen die heden ten dage strijden tegen totalitarisme en voor de idealen van democratie, fundamentele mensenrechten en vrijheden en de rechtsstaat. De prijs van het Platform moet de winnaar(s) ondersteunen in hun strijd, hen helpen beschermen tegen vervolging en bijdragen aan de internationale publiciteit van hun zaak. Janez Janša is vicevoorzitter van de Nationale Vergadering van de Republiek Slovenië en lid van de Raad van Bestuur van het Platform Europese Nagedachtenis en Europees Geweten.
De donkere kant van de Maan 2.0: confrontaties en beschouwingen
Geachte toehoorders,
We denken terug en vieren dat twintig jaar geleden de tentoonstelling de Donkere kant van de maan voor het eerst begon te functioneren in het onafhankelijke Slovenië – laten we zeggen, op een meer wetenschappelijke manier. Het begon met iets waarvan we dertig jaar geleden dachten dat dit zelfregulerend zou zijn. Waar men niet echt mee te maken zou krijgen, iets dat normaal zou zijn na vrije verkiezingen, met een onafhankelijke staat en met toenadering tot de Europese Unie door Slovenië. Twintig jaar geleden was er voor het eerst sprake van een wijdverbreide erkenning dat dit niet vanzelf zou gebeuren, dat de herinnering zou vervagen, dat het in vergetelheid zou raken als we zouden falen in het vasthouden aan de herinnering, deze te koesteren en te vechten voor de waarheid. En als ik hier een citaat mag aanhalen van de stichter en een van de vaders van de Europese Unie, Jean Monnet, die indertijd (toen de fundamenten werden gelegd voor de Unie, ook op de puinhopen van de catastrofale tweede wereldoorlog en alles wat daarna kwam) het volgende heeft gezegd: Zonder mensen zijn er geen oplossingen mogelijk, zonder instituties zijn er geen duurzame oplossingen mogelijk.
Wat twintig jaar geleden dus is gezaaid door de expositie ‘De donkere kant van de maan’, begon te verdwijnen en zou verloren zijn gegaan als het Studiecentrum voor Nationale Verzoening niet zou zijn opgericht en zijn energie en herinneringskracht had gebundeld in inspanningen om achter de waarheid te komen.
Een hele bijzondere en goede zet is de combinatie van dit Sloveense geheugen en dit jubileum, èn het onderscheiden van Oleg Sentsov door het Platform Europese Nagedachtenis en Europees Geweten, zoals dat enige tijd geleden ook gebeurde, toen het Europese Parlement besloot om Oleg Sentsov de Sacharov-prijs toe te kennen. Oleg Sentsov is enerzijds namelijk een slachtoffer van een deels verloren strijd tegen de vergetelheid van de nagedachtenis. Anderzijds is hij een symbool van de tijd, waarover Solzhenitsyn zei dat het geen nieuw tijdperk betreft. Hij doelde vooral op de periode na het instorten van de Sovjet-Unie in Rusland.
Dit betreft de transitieperiode. Solzhenitsyn sprak in wezen over alle samenlevingen in alle postcommunistische landen. Toen hij sprak over ‘wat wij heden ten dage meemaken’, bedoelde hij: ongeveer twintig jaar geleden. Wat wij vandaag de dag in Rusland meemaken is niet het nieuwe dat wij wilden na de omwenteling en de val van de Berlijnse muur, het ineenstorten van het Warschaupact. Het gaat niet meer om het oude en vroeger, maar om een hybride tijd waarin al het voorgaande en het nieuwe is versmolten. We bevinden ons zo langzamerhand in een maatschappij waarin – zo zei hij – de fundamentele waarden van het christendom grotendeels zijn vergeten, een tijdperk waarvan we niet weten hoe die zal eindigen. Zal het nieuw en goed worden of keren we terug naar vroeger?
Nu, na twintig jaar, zien we dat zich in Rusland (het grootste deel van de voormalige Sovjet-Unie) nog steeds werkelijk goelags bevinden, en er zijn veel gefabriceerde rechtszaken. Oleg Sentsov is het slachtoffer van zo’n rechtszaak vanwege het gevaar dat hij vormde voor degenen die vroegere tijden en het oude regime in ere willen herstellen. Hij is als voorbeeld gekozen om anderen die hun stem willen verheffen tegen het gebeurde en het onrecht, schrik aan te jagen.
Twintig jaar na de uitspraken van Solzhenitsyn en na de expositie ‘De donkere kant van de maan’ in Slovenië, kunnen we zeggen dat we er achter komen dat we nog steeds in een hybride tijdperk leven, waarin sommige dingen mogelijk de goede kant op gaan, sommige dingen hetzelfde zijn gebleven en veel zaken helaas zijn teruggedraaid. Tegenwoordig vinden er in Rusland bijvoorbeeld geen brute Stalinistische zuiveringen meer plaats, zoals in de jaren ‘30, ‘40 en ‘50 van de vorige eeuw. Maar censuur, veel rechtszaken, geen massamoorden maar geniepige moorden en pogingen daartoe die nooit worden onderzocht. Waarbij veel journalisten en democratische activisten zijn omgekomen en waarbij het zenuwgas Novichok is gebruikt (een wapen van de geheime dienst voor het ‘opruimen’ van politieke tegenstanders, ook buiten de landsgrenzen). Maar bovenal, wat veruit het gevaarlijkst is voor ons continent en daarbuiten, is wat Poetin al min of meer aangaf toen hij de algehele macht in Rusland naar zich toe trok, toen hij in zijn eerste interview zei dat het ineenstorten van de Sovjet-Unie de grootste geopolitieke ramp van de 20e eeuw was.
Wat door vele naties werd beschouwd als een verlossing, een kans op vrijheid, op een nieuwe democratie, heeft Poetin omschreven als een ramp. Sindsdien is duidelijk welke kant het opgaat. Op dit moment zijn er zes landen in Oost-Europa met zogeheten bevroren conflicten: de bezette gebieden van afzonderlijke landen, van Georgië tot Moldavië en daarbuiten, wat de reden is dat er geen Europees perspectief is voor deze landen. De Krim en Oost-Oekraïne zijn bezet. En terwijl er in Brussel wordt gepraat over een Europees perspectief voor de Oekraïne, blijven er in het oosten veel conflicten. Niet alleen op de Krim maar ook in het oosten van het land worden mensen ontvoerd. Ze worden vervolgd in Rusland, ‘veroordeeld’ en naar Siberië gestuurd.
En nu die vreemde mengeling: aan de ene kant gedraagt een groot deel van de Westerse wereld zich alsof alles klaar staat voor een nieuw hoofdstuk waarin het land (Oekraïne) kan toetreden tot de Europese Unie. Aan de andere kant naderen we een situatie, zoals die was vóór het ineenstorten van de Sovjet-Unie. Het voorbeeld van de Oekraïne is met name traumatisch omdat volgens het memorandum van Boedapest, de wereldmachten de Oekraïense territoriale integriteit hebben gegarandeerd wanneer Oekraïne afstand zou doen van nucleaire wapens. Oekraïne heeft afstand gedaan van zijn nucleaire potentieel en de internationale garanties zijn verwijderd uit de teksten.
Denk eens aan de boodschap die afgegeven is aan Iran, Noord-Korea en andere landen die al nucleaire wapens hebben of nog zullen krijgen. Dit zijn niet bepaald democratische landen. De leidende politieke krachten zullen het nucleair potentieel niet alleen gebruiken om hun eigen land te verdedigen, Iran bijvoorbeeld, maar ook om andere landen te vernietigen. Deze bedreiging is ook publiekelijk geuit.
Met de schending van het memorandum van Boedapest, waarvan Oekraïne het eerste slachtoffer was, is de internationale naoorlogse orde dus begonnen af te brokkelen. Daarom kan het persoonlijk lot van Oleg Sentsov helpen voor de bewustwording in onze tijd. Bewustwording van een situatie die soms iets weg heeft van de ramp met de Titanic, toen het orkest vrolijk speelde, terwijl het schip een ijsberg naderde. Zelfs na de botsing blijft het orkest doorspelen. Recentelijk is er een aantal pogingen gedaan om ons schip te behoeden voor een fatale crash en alle acties, zoals het terughalen van herinneringen en natuurlijk het steunen van slachtoffers, kunnen helpen.
Helaas moet ik zeggen dat wat betreft Sentsovs persoonlijke lot, waarschijnlijk niemand in deze zaal zich kan voorstellen wat een veroordeling tot 30 jaar goelag in Siberië, betekent voor een totaal onschuldig persoon, wat het doet met zijn gezin, zijn familie en iedereen die alleen maar kan hopen dat ze nooit met zulke gevaren in aanraking zullen komen. Vanuit deze optiek en als morele steun voor Oleg Sentsov, zijn deze acties (het uitreiken van een onderscheiding) een steun in de rug om iemand door dit soort moeilijke tijden heen te helpen.
Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om een paar minuten te wijden aan ‘De donkere kant van de maan’ in Slovenië. Sinds 2014 is het bijna onmogelijk om in de Sloveense media iets te lezen over het lot van Oleg Sentsov. Zelfs nu hij de Sacharov-prijs heeft gekregen van het Europese Parlement, geloof ik niet dat er in de Sloveense media iets over is geschreven. Want dat is natuurlijk gevaarlijk en iemand zou parallellen kunnen trekken met wat er gebeurd is in het recente Sloveense verleden. Ook al is de Sloveense ‘donkere kant van de maan’ in de afgelopen twintig jaar sinds de eerste expositie, op sommige punten op de een of andere wijze vervaagd (gisteren citeerde Dr. Lovro Šturm gegevens over hoeveel vroegere onrechtvaardigheden tegen mensen zijn gecorrigeerd), het blijft moeilijk voor mij om te zeggen dat deze onrechtvaardigheden zijn gecorrigeerd, maar in ieder geval zijn ze wel toegegeven. In deze periode (in het verleden) zijn veel meer mensen omgekomen en die hebben geen enkele kans gehad om zich te rehabiliteren. Hoeveel vonnissen zijn er wel niet vernietigd, hoeveel beslissingen zijn er aangenomen door de Commissie ten behoeve van het corrigeren van misstanden, welke wetgeving is in die tijd aangenomen… Dit waren allemaal stappen in de goede richting en de expositie van twintig jaar geleden heeft deze stappen gestimuleerd.
De meeste wetgeving die het mogelijk heeft gemaakt om de correctie van misstanden aan te pakken, is pas achteraf aangenomen. Niettemin, wanneer je je in de details verdiept en op onbevangen wijze kijkt naar de correctie van misstanden, de schamele vergoedingen die mensen hebben ontvangen voor jaren gevangenisstraf en decennia van strafvervolging, dan is dit natuurlijk ook relatief. Toch is het een stap in de goede richting geweest van de onafhankelijke staat Slovenië.
Aan de andere kant is deze zijde van de maan in Slovenië de afgelopen twintig jaar ook donkerder geworden. Donkerder dan hij eerst was. Hij feit dat er vandaag tijdens dit bijzondere evenement geen enkele camera van de nationale televisie noch de media aanwezig zijn, is het bewijs daarvan. Er zijn maar een paar evenementen zoals deze in Slovenië en in de ogen van de belangrijkste Sloveense media, die 90% van het publiek bereiken, heeft dit geen nieuwswaarde. Evenzo waren er allerlei andere activiteiten van het Studiecentrum voor Nationale Verzoening tijdens die periode en die evenementen zijn ook niet verslagen door de centrale media, of ze zijn – ik zou haast zeggen – tussen de regels door genoemd in een kort berichtje. Hoewel dit een door onze overheid uitgeroepen officiële feestdag is, worden zelfs de vieringen voor de Europese dag van Nagedachtenis en Geweten, die altijd in augustus plaatsvinden, praktisch alleen verslagen door het Studiecentrum voor Nationale Verzoening. De overheidsinstanties doen hun best om dit te negeren.
We hebben een aantal keren voorgesteld dat het Sloveense Parlement ook een dergelijke resolutie zou aannemen zoals het Europees Parlement heeft gedaan, maar we kwamen altijd een paar stemmen te kort. De complete zogenaamd links-liberale vleugel stemde ertegen. Hetzelfde gebeurde bijvoorbeeld met de Raad van Europese, resolutie nr. 1096, over stappen om het erfgoed van de voormalige totalitaire regimes te ontmantelen. Het Sloveense Parlement heeft meermaals voor precies zo’n resolutie gestemd als waarvoor de Sloveense delegatie in Straatsburg heeft gestemd, maar deze is nooit doorgevoerd. Laat staan enige zuivering of gelijksoortige wetgeving, die in Slovenië niet is aangenomen. Het enige wetsonderdeel dat wel is aangenomen, is de wet op de justitiële diensten, maar ook deze wordt niet nageleefd.
Het Sloveense Hooggerechtshof bestaat dus vooral uit mensen die in feite tijdens het vroegere regime mensenrechten hebben geschonden, ook al bepaalt de wet op de justitiële diensten dat zulke mensen geen permanent mandaat mogen hebben. Maar dit wordt gewoon niet nageleefd. Daarom bevindt Slovenië zich helaas in een soortgelijke situatie als beschreven door Solzhenitsyn; we delen het lot van de meeste postcommunistische landen. Anders dan in Europa over het algemeen wordt gedacht, zijn wij op het gebied van veel dingen waarschijnlijk nog niet zo ver. Misschien valt er voor ons meer te overbruggen dan voor bepaalde andere landen want wat betreft veel zaken, liggen we nog mijlenver achter.
In tegenstelling tot twintig jaar geleden verwacht – dat het ontdekken van de waarheid over het verleden zou zorgen voor gelijke behandeling van al het totalitarisme: fascisme, nationaal en internationaal socialisme (Slovenen zijn slachtoffer van al die zaken geworden), en dat er algemene, nationale overeenstemming zou zijn dat een misdaad een misdaad was, ongeacht wie deze had begaan – is dat helaas niet gebeurd. Men tracht nog steeds bepaalde misdaden voor het eerst te veroordelen, zelfs na vele duizenden andere, en dat terwijl sommigen zich hebben verontschuldigd. Recent is met name deze discussie goed op gang gekomen. Daarbij gebruiken de officiële autoriteiten soms nog de taal uit het Slovenië van de zware tijden na de communistische revolutie, uit de tijd van de concentratiekampen en de massaprocessen. Activiteiten zoals die van het Studiecentrum voor Nationale Verzoening worden soms welhaast ‘vijandige daden’ genoemd. Alsof men wil zeggen: jullie plunderen de grond, woelen tussen de botten, maar dat heeft geen zin, richt je op de toekomst. We weten echter allemaal wat een toekomst zonder herinnering en zonder kritische beoordeling van het verleden betekent.
Er is nog steeds veel werk te doen. Ik ben zeer verheugd dat een vergelijkbare activiteit zoals die van het Studiecentrum voor Nationale Verzoening, nu al netwerkactiviteiten in het Platform voor Europese Nagedachtenis en Europees Geweten heeft gerealiseerd. Daarvoor veel dank aan de heer Kaminsky en zijn medewerkers, ook aan de Konrad Adenauer Stiftung en aan de heer Lange voor zijn steun. Zonder deze samenwerking zouden veel dingen niet kunnen worden georganiseerd.
Ik wens ieder van u die ervoor strijdt dat de herinnering het wint van de vergetelheid, en dat de waarheid zal zegevieren in heel Europa, veel succes. Want alleen door gezamenlijke inspanningen boeken we vooruitgang. Tot slot hoop ik dat al onze internationale gasten van deze gelegenheid gebruik zullen maken, nu zij hier in Slovenië zijn en we ‘De donkere kant van de maan’ bediscussiëren, ook de mooie kant van Slovenië zullen ontdekken, daarvan zullen genieten en zo lang mogelijk hier zullen blijven.
Ik dank u hartelijk.
Zie ook: Slovenie herdenkt communistische generaal met 2 euromunt
Verder: Sloveense verering massamoordenaar is een schande.