De Tsjecho-Slowaakse geheime dienst, de StB, heeft een uitgebreid verslag gedaan van de activiteiten van Jan Patočka. Ook zijn er diverse verslagen over de dagen nadat hij de ontmoeting had (op 1 maart 1977) met toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Max van der Stoel. Hieronder een verhoorverslag, waarbij de ontmoeting tussen hem en Max van der Stoel centraal staat.
Inleiding:
Een StB-verslag heeft steeds hetzelfde format. De nummers voor de paragrafen betekenen:
1- Tekst.
2- Operationele betekenis.
3- Hoe gedocumenteerd.
4- Status van het document.
5- Gegevens van personen in het verslag.
6- Mening van de operatieve medewerker na bevinding van de opmerkingen.
Verslag van de Tsjecho Slowaakse geheime dienst (StB) over ontmoeting Patočka met Nederlandse journalisten
Gebeurtenis: 1-3-1977 Bespreking: 3-3-1977 Registratienummer 03-053/5-3-77
Inzake: Jan Patočka – verkregen informatie betreffende de ontmoeting met de Hollandse minister van Buitenlandse Zaken op 1-3-1977.
1 Op 3-3-1977 werd tijdens het uitvoeren van de operatieve maatregelen Patočka ondervraagd, naar de omstandigheden die tot zijn ontmoeting met de Hollandse delegatie hebben geleid, die de minister van Buitenlandse Zaken, Max van de Stoel meevoerde. Genoemde in deze aangelegenheid drukte zich in de volgende zin uit. Op 1-3-1977 bezochten hem in de middaguren een groep van vijf hem onbekende journalisten, die hem om een gesprek verzochten. In het verloop van de bespreking betreffende Charta’77, haar karakter, manier van polemiseren van de media tegen haar en de onmogelijkheden van de ondertekenaars hun mening en hun eer te verdedigen in deze media, ontsproot uit de zijde van de journalisten de gedachte dat de Hollandse minster van Buitenlandse Zaken, Stoel, hoewel hij zich had geuit geen initiatief te nemen om met iemand van de ondertekenaars van Charta’77 te spreken, hij misschien tegemoet zou kunnen komen aan het verzoek van enkele ondertekenaars voor een kort gesprek. Patočka reageerde dusdanig op dit verzoek, dat hij direct de aanwezige journalisten heeft gevraagd om te bemiddelen voor een korte ontvangst bij min. Stoel. Na de beëindiging van hun gesprek zijn ze met hen naar hotel Intercontinental gegaan, waar het later kwam tot zijn ontmoeting met de Hollandse minister en daarna tot een korte persconferentie met de aanwezige journalisten met wie, zoals hij aanvoerde, antwoordde op vragen volgens zijn wetenschap en geweten, inzake Charta’77, zijn persoon e.d. Op de vraag naar de reden, waarom juist hij werd bezocht door Hollandse journalisten en hoe het te verklaren is, dat zij naar hem toe kwamen, zo noemde Patočka stellig, dat niemand hem van tevoren over het bezoek had geïnformeerd, niet telefonisch (omdat die al enige tijd niet functioneerde), noch per post is hij hierover geïnformeerd. Zelf was hij vermoedelijk verrast door hun onverwachte komst. Wat de reden was, waarom juist hij werd bezocht, was er geen andere reden, dan dat ze hem kennen als woordvoerder van de proclamatie van Charta’77.
Op de vraag in welke verband zijn ontmoeting met de Hollandse journalisten [zijn dochter] Františka Sokolova geb. Patočka functioneerde, vertelde hij, dat zijn dochter Františka [Sokolová] in deze aangelegenheid hoe dan ook zich geëngageerd zou hebben, hij zich dit niet bewust was en hij dit ten stelligste ontkende. Hier zij opgemerkt, dat het een bekende realiteit is, dat de Hollandse journalisten met Sokolová spraken vóór het bezoek dat zij hem brachten, dat het niet toegeven weliswaar zijn deelneming aan het organiseren van zijn ontmoeting met de journalisten [bewijst], maar de mogelijkheid niet uitsluit van een telefonisch contact van Františka met enkele van de leden van de Hollandse delegatie, ofschoon zij zich nogal moeilijk verstaanbaar zou kunnen maken. [Opmerking: zij spreekt zeer slecht Duits.] Dit verklaart hij als volgt, dat indien iemand interesse had met hem te spreken, en indien iemand gebeld had op het telefoonnummer dat in het telefoonboek onder zijn naam staat, hij logischerwijze moet bellen op het adres van Sokolova, die tegenwoordig houdster van zijn telefoonaansluiting is. In dit geval zou genoemde slechts zo gereageerd hebben, dat gebelde het werkelijke adres van Patočka genoemd zou hebben wat in de laatste tijd vaak het geval was. Deze theorie van Patočka bevestigde later ook Sokolová, dat op 1-3-1977 weer iemand naar haar vader vroeg, maar het was geen vreemdeling, zij spraken Tsjechisch tegen elkaar.
2 Op basis van deze opmerkingen vloeit voort dat de ontmoeting van Patočka met de Hollandse minister van Buitenlandse Zaken Stoel op 1-3-1977 de Hollandse journalisten op verzoek van Patočka bemiddelden terwijl zij hem van tevoren bezochten met betrekking tot genoemd verzoek hem uitnodigden. Het onverwachte bezoek van de Hollandse journalisten aan Patočka kan op basis van deze inzichten zo worden uitgelegd, dat zich voor zijn realisatie telefonisch contact hadden met zijn dochter Františka Soková van wie zij de benodigde informatie verkregen.
3 Gedocumenteerd via gedeeltelijke geschreven verklaringen van Patočka
4 Ter info
5 Prof. Jan Patočka, geb. 1-6-1907 Max vd Stoel, Minster van Buitenlandse zaken van Holland Františka Sokolová, geb. Patočková geb. 13-8-1937 6 Betreffende inzichten werden verkregen in een persoonlijk gesprek en gedeeltelijk uit gewaarmerkte gespreven verklaring van Patočka, daarom moet men die beschouwen als serieus.
Operationele ambtenaar Hoofd van afdeling 2, sectie 2. Onderofficier Dvořak Officier RSDr Luděk Somol