Op 21 augustus is het 50 jaar geleden dat er een plotseling einde kwam aan de Praagse Lente. Tanks van Warschaupactlanden rolden van drie kanten op 21 augustus 1968 Tsjecho-Slowakije binnen. Het experiment ‘Socialisme met een menselijk gezicht’ dat Alexander Dubček enkele maanden eerder proclameerde, werd op gewelddadige wijze in de kiem gesmoord.
Het European Network of Remembrance and Solidarity (ENRS) heeft op 13-15 juni in Praag in het statige Liechtenstein Paleis een conferentie georganiseerd met als titel: ‘The Prague Spring, 50 years after great crises of communist regimes in Central Europe in a transnational perspective’. Voor deze conferentie was nauwelijks media-aandacht.
Rijst de vraag, waarom uitgerekend dit jaar 2018, 50 jaar nadat de Praagse Lente op zo’n brute wijze werd beëindigd, er geen enkele officiële herdenking werd georganiseerd.
Sinds enkele maanden wordt Tsjechië geregeerd door de ‘rechtse’ Andrej Babiš, met gedoogsteun van de communistische partij. Andrej Babiš is van oorsprong een Slowaak. De Slowaakse rechter heeft onlangs bepaald, dat in de communistische periode hij gecollaboreerd heeft met de Tsjecho-Slowaakse geheime dienst StB. Als we ons dit alles realiseren, dan is het niet moeilijk te begrijpen dat men meent maar beter aan het herdenken van de Praagse Lente voorbij te gaan. Bovendien, als men deze gebeurtenis in Praag toch zou herdenken, zou het voor de hand liggen om twee dagen later, 23 augustus, de dag van het Molotov Ribbentrop-pact te herdenken: de dag dat Hitler en Stalin hun vriendschapsverdrag sloten, wat als gevolg had de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. De huidige regering en met name communisten worden hier niet graag aan herinnerd.
Het lot van de Tsjechische burger is opnieuw tragisch geworden. De Praagse Lente werd 50 jaar geleden door communisten bruut geliquideerd. 50 jaar later wordt de herdenking ervan ‘vergeten.
Zie ook achtergrondartikel: Praag en Tsjechen: 50 jaar later.