De jaarvergadering 2023 van het PEMC-platform in Warschau werd gecombineerd met een conferentie van het Poolse IPN. Titel was: ‘Herinnering als sleutel tot het begrijpen van het heden. Een historisch beleid om in het reine te komen met misdaden van totalitaire regimes.’ Gastheer het ‘Institute of National Remembrance’ (INP) had ook vertegenwoordigers uitgenodigd van niet-leden, onder meer de ambassadeur van Israël in Polen, Yacov Livne, Elizabeth Spalding, voorzitter van de Victims of Communism Memorial Foundation en oprichter en directeur van het Victims of Communism Museum in Washington D.C., prof. Stéphane Courtois, auteur van het beroemde Black Book of Communism, en Z.E. Juris Poikāns, ambassadeur van Letland in Polen. Verder Rasa Jukneviciene, lid van het Europees Parlement, leider van de Europese Herdenkingsgroep in het Europees Parlement, benevens enkele mensen van de media.
De plaats van de vergadering was betekenisvol. In de citadel (arsenaal) van Warschau. Niet de citadel in de historische binnenstad, maar de citadel die op enkele kilometers ten zuidwesten ervan is gelegen. Op het terrein van de citadel is een groot museum in aanbouw. Dit zal een museum worden van de Poolse geschiedenis. Het gebouw is zo goed gereed, maar nog niet helemaal ingericht. Naar verwachting zal het museum over enkele jaren over enkele jaren worden geopend. Als deelnemers van de conferentie mochten we alvast een kijkje nemen in het gebouw, waar naast veel expositieruimtes, ook een concertzaal (annex media/conferentiezaal) en een bibliotheek zijn gehuisvest.
Sporen van hoop, de Odyssee van de vrijheid
De conferentie zelf werd gehouden in een gebouw naast het museum. Het thema was: ‘Sporen van hoop, de Odyssee van de vrijheid’. Hiervan was ook een tentoonstelling te zien. Deze toont heel overzichtelijk hoe Poolse militairen en burgers Polen hun land zijn ontvlucht en hoe ze in 1939 een Pools leger in ballingschap hebben opgericht. Helaas zijn ook veel militairen en burgers gedeporteerd naar de Sovjet-Unie. In een viertal kampen zijn ook tienduizenden officieren en anderen uit leidende kringen vermoord, bekend als de massamoord van Katyn.
De wegen van de Poolse vluchtelingen liepen via Tallinn en Stockholm of via Boedapest en Boekarest. De mensen die naar de Sovjet-Unie waren gedeporteerd hebben een apart verhaal. Hier de aantallen. Ongeveer 315.000 Polen zijn in vier deportatie campagnes naar de Sovjet-Unie gedeporteerd.
In augustus 1942 zijn er 116.543 Polen (78.631 militairen en 37.912 burgers) geëvacueerd door Wladislaw Anders richting Iran. Stalin ging (onder grote druk met name van de Britten) hiermee akkoord, omdat was afgesproken dat de Poolse militairen met de geallieerden zouden vechten tegen de Duitsers. De geëvacueerde burgers hebben zich verder verspreid in Iran, Mexico, India, Nieuw-Zeeland en Zuidelijk Afrika.
De militairen uit de verschillende vluchtelingenstromen hebben zich aangesloten bij het geallieerde leger. Zo is er sprake van 3.840 Polen bij de marine, 19.400 bij de luchtmacht en 170.000 bij de landmacht. Zo hebben de Polen ook op aanzienlijke wijze bijgedragen aan de bevrijding van West-Europa. Wat Nederland betreft, moeten we hier de naam van generaal Maczek noemen, die heeft bijgedragen aan de bevrijding van België en Zuid-Nederland. Van hem werd op 16 september 2022 een standbeeld onthuld bij Terneuzen.
De tragiek van Polen is, dat toen West-Europese landen waren bevrijd, het land weliswaar was bevrijd van het juk van Nazi-Duitsland, maar een nieuwe periode van onderdrukking door de Sovjet-Unie nam een aanvang aan, binnen andere grenzen dan vóór 1939, en duurde ongeveer veertig jaar. Voor de Poolse vrijheidsstrijders natuurlijk een grote frustratie. De tentoonstelling ‘Sporen van hoop, de Odyssee van de vrijheid’ gaat aan dit feit niet voorbij.
De tentoonstelling is tevens de afsluiting van een uitgebreid onderzoek. Het resultaat, de tentoonstelling, is een van de sleutels om het ‘heden van Polen’ te begrijpen, die ‘in het reine wil komen met misdaden van totalitaire regimes’ (dus Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie). Onder dit motto heeft het Platform zijn jaarvergadering gehouden.
Uitreiking van de prijs van het Platform.
Tijdens deze jaarvergadering werd ook de jaarlijkse prijs uitgereikt. Die ging namens 70 instellingen en organisaties uit 23 landen naar journalist Dmytro Khylyuk als erkenning voor zijn moed en zijn onvermoeibare inzet voor mensenrechten, fundamentele democratische waarden en vrijheid tijdens de nog voortdurende oorlog, veroorzaakt door de Russische invasie van Oekraïne.
Khylyuk werd ontvoerd tijdens de inval van het Russische leger (via Wit-Rusland) in de regio Kiev, op 3 maart 2022. In augustus 2022 ontvingen de ouders van Dmytro Khylyuk via het Internationale Comité van het Rode Kruis een brief van hem, die was gedateerd in april 2022. Zijn officiële status is die van een burgergijzelaar. Volgens het internationaal recht moeten dergelijke mensen worden teruggestuurd buiten speciale uitwisselingen om.
Er is verschillende keren geprobeerd om hem uit te wisselen, maar elke keer verbraken de Russen op het laatste moment de overeenkomst over hem en een aantal andere mensen. De internationale organisatie “Reporters zonder Grenzen” is erin geslaagd vijf getuigen te interviewen, die het verblijf bevestigden van УНІАН (Unian, Oekraïens onafhankelijk informatiebureau) journalist Dmytro Khylyuk, in de regio Brjansk. Hij zou opgesloten zitten in de Novozybkovsky Pretrial Detention Facility No. 2. Ook worden volgens de ontvangen gegevens nog minstens 500 Oekraïners vastgehouden in deze gevangenis.
Bij afwezigheid van Dmytro Khylyuk werd de prijs overhandigd aan Tetiana Poliakovska, journaliste, correspondent Unian en vriendin van Khylyuk.
De jaarvergadering van het Platform
Tijdens het andere deel van de jaarvergadering bespraken de lid-organisaties de belangrijkste uitdagingen waar het PEMC voor staat, waaronder het project voor de oprichting van het Monument voor de Slachtoffers van Totalitaire Regimes in Brussel. Platform-voorzitter Marek Mutor: ‘De brute Russische aanval op Oekraïne bevestigt de diagnose die het Platform of European Memory and Conscience al jaren stelt: Het communisme is niet veroordeeld, dus zijn opnieuw misdaden van haar opgedoken. We kunnen duidelijk zien dat de huidige oorlog geworteld is in het historische verhaal van de Sovjet-Unie en in de manier waarop de wereld de Koude Oorlog heeft begrepen.’ Mutor meent dat de huidige situatie bewijst dat ‘we nog harder moeten aandringen op de juiste herdenking van de slachtoffers van alle totalitaire regimes.’
De Ledenraad koos Pavel Žáček (Tsjechië) tot lid van de Raad van Toezicht. Monika Rogers (Litouwen) werd ook verkozen voor een nieuwe termijn als lid van de Raad van Toezicht. Eén nieuwe organisatie werd toegelaten tot het Platform: het Silezisch Centrum voor Vrijheid en Solidariteit (Polen). Kandidaat status werd verleend aan het Centrum voor Vernieuwing van Cultuur (Kroatië) en aan het Museum van Onderdrukte Schrijvers (Georgië).