Berlijn – De Duitse overheid kan het zich deels zelf aanrekenen dat ex-communisten weer aan de macht zijn in de deelstaat Thüringen. Hoewel er veel gedaan is om het communistische verleden in Oost-Duitsland te verwerken, ontbreekt nog steeds een nationaal gedenkteken voor de slachtoffers van het communisme.

Dit stellen de Union der Opferverbände Kommunistischer Gewaltherrschaften en het Platform of European Memory and Conscience. Ze hebben op 9 december  een herhaalde oproep gedaan aan de Duitse Bondsdag om zo’n gedenkteken op te richten in Berlijn. Voorzitter Norbert Lammert van de Bondsdag heeft de oproep in ontvangst genomen, maar deed daarbij geen enkele toezegging.

Aanleiding voor de oproep was niet alleen de herdenking van het feit dat 25 jaar geleden de Berlijnse Muur is gevallen, maar ook het feit dat juist onlangs in Thüringen een nieuwe coalitie-regering is gevormd onder leiding van een ex-communistische premier (Bodo Ramelow). Zijn partij, Die Linke, geldt als ‘rechtsopvolger’ van de communistische partij in de voormalige DDR.

De Union der Opferverbände bood Lammert overigens niet alleen een oproep aan, maar wisten te melden dat er ook al een concours loopt voor een ontwerp voor zo’n herdenkingsmonument. Dit wordt gecoördineerd door de Technische Universität Darmstadt.

De oproep voor de oprichting van een nationaal gedenkteken loopt nog steeds, via de website van Gedenken un Mahnen. Al meer dan 1500 Duitse prominenten hebben de oproep voor het nationaal momument  ondertekend. De Union der Opferverbände en het Platform of European Memory and Conscience vinden het uitblijven van een initiatief van de Bondsregering des te onbegrijpelijker omdat op veel plaatsen in oostelijk Duitsland en in de hoofstad Berlijn monumenten staan ter ere van Marx, Engels en andere communistische ‘helden’, zonder dat op de sokkel ook maar één kanttekening is geplaatst over de schaduwzijde van hun erfenis.